Hoe verloopt de literaire ontwikkeling van jongeren?
Literaire ontwikkeling en literaire competentie
In zijn proefschrift Het oog van de meester stelt Theo Witte dat (literair) lezen een interactief proces is, waarbij de eigenschappen van de tekst, de lezer en de context op elkaar inwerken. De ontwikkeling van literaire competentie (het vermogen om literatuur te lezen en te interpreteren), is volgens Witte niet los te zien van de cognitieve, psychologische, sociaal-emotionele en fysieke ontwikkeling. De literaire ontwikkeling fungeert als brug. Zo versterkt het de cognitieve basis, stimuleert het de emotionele ontwikkeling en de sociale competentie.
Naast Theo Witte deed ook Gertrud Cornelissen onderzoek naar de literaire ontwikkeling van leerlingen. Zij onderscheidt vier dimensies van literaire competentie waarin leerlingen zich kunnen ontwikkelen. Cornelissen ontwierp deze dimensies in eerste instantie voor groep 7 en 8 van het basisonderwijs, maar ze zijn ook toepasbaar voor klas 1 en 2 in het voortgezet onderwijs. De vier dimensies zijn:
- Beleving
Het kunnen uiten van emoties naar aanleiding van een tekst. - Interpretatie
Het met elkaar verbinden van fragmenten uit de tekst of met de eigen wereld. - Beoordeling
Het in eigen woorden kunnen aangeven of een boek wel of niet gewaardeerd wordt. - Narratief begrip
Het besef dat je te maken hebt met een door een auteur geconstrueerd verhaal.
Ieder mens maakt een eigen literaire ontwikkeling door. Deze is grotendeels afhankelijk van de leesopvoeding en leescultuur thuis, de vrijetijdsbesteding, culturele invloeden en leeftijdsgenoten. Maar ook leraren kunnen met literatuuronderwijs hieraan een belangrijke bijdrage leveren en zo tegelijk de taalontwikkeling, persoonsvorming en socialisatie bevorderen.

Literaire ontwikkeling op school
Om de literaire ontwikkeling op school te bevorderen zou je, volgens Witte, leerlingen moeten stimuleren telkens boeken te lezen die iets moeilijker zijn dan ze gewend zijn. Deze noemt hij: boeken uit de zone van naaste ontwikkeling. Zo worden je leerlingen in kleine stapjes steeds competenter in het lezen van literatuur. Het is zaak dit proces te ondersteunen door een positieve leescultuur te creëren en leerlingen uit te dagen met mooie en rijke teksten.
Deze aanpak betekent dat differentiatie in de literatuurles belangrijk is. Niet het boek, maar het leesniveau bepaalt welke tekst voor een leerling uitdagend is. Deze differentiatie is vooral belangrijk bij leerlingen die nauwelijks lezen en hierin weinig zelfvertrouwen hebben opgebouwd. Dat zelfvertrouwen beïnvloedt hun motivatie om te lezen. Daarom is het belangrijk om de leerling als lezer te kennen en om een geschikt boek aan te kunnen raden. Dit vergroot de kans op een succesvolle leeservaring en versterkt het leesvertrouwen, de positieve leesspiraal en literaire ontwikkeling. Leerlingen zijn gebaat bij leraren die zelf het goede voorbeeld geven: lees vaak voor, doe regelmatig aan boekpromotie en richt een rijke leesomgeving in.
Tegenwoordig wordt door vakdidactici naast de leesniveaus van Theo Witte ook over ‘leeshoudingen’ gesproken: manieren waarop je naar een literaire tekst kunt kijken. Dat kan bijvoorbeeld empathisch, reflectief, psychologisch, cultureel of esthetisch. Het kunnen beheersen van de verschillende leeshoudingen, is de groei in literaire competentie die leerlingen zouden moeten doormaken. Deze leeshoudingen zijn dan het didactische doel en de boeken/de literaire teksten die deze leeshoudingen triggeren, de oefengrond.
Uitdagende verhalen die passen bij de eigen identiteit
Tieners groeien toe naar meer zelfstandigheid en ontwikkelen hun eigen identiteit. Ze willen zich spiegelen aan leeftijdsgenoten en rolmodellen en kunnen zich afzetten tegen autoriteiten. In de zoektocht naar die eigen identiteit passen boeken waarin het hoofdpersonage herkenbare uitdagingen tegenkomt, zoals het vinden en houden van vrienden, groepsdruk, de omgang met ouders, verliefdheid en seksualiteit. De hoofdpersoon is bij voorkeur even oud als de lezer of net iets ouder. Realistische jeugdromans en youngadult-boeken zijn onder lezende jongeren veruit het populairste genre, maar ook avonturenverhalen en fantasy zijn in trek.
Op weg naar volwassenheid groeit bij jongeren de vaardigheid om abstract te denken. Ook kunnen ze steeds beter hun verwachtingen formuleren en diverse oplossingen bedenken. Jongeren kunnen zich verplaatsen in verschillende standpunten en hierop kritisch reflecteren. Al deze vaardigheden komen van pas bij het lezen van complexere literaire teksten, zoals boeken over maatschappelijke of ethische vraagstukken, zoals milieu en klimaat, conflicten in de wereld en polarisatie. Omgekeerd draagt het lezen van complexere teksten bij aan de groei naar volwassenheid.