Hoe kun je leerlingen in alle vakken ondersteunen bij het ontwikkelen van tekstbegrip?
Voorkennis aanbrengen
Rijke teksten zijn een belangrijke bron van nieuwe kennis. Tegelijkertijd hebben leerlingen kennis van de wereld nodig om teksten goed te begrijpen. Dit wederzijdse verband vraagt om bewuste ondersteuning in alle vakken. Een eerste stap is om te achterhalen welke voorkennis leerlingen al hebben over een onderwerp. Ontbreekt belangrijke kennis, bied dan een aanvullende context, zoals een rijk videofragment, een foto of een korte uitleg van kernwoorden. Dit maakt het onderwerp toegankelijker en zorgt ervoor dat leerlingen de tekst beter begrijpen en nieuwe kennis verwerven.

Rijke teksten als sleutel voor tekstbegrip
Het kan verleidelijk zijn om leerlingen die moeite hebben met het lezen van teksten, te ondersteunen door de leerstof mondeling uit te leggen, teksten te versimpelen of te vermijden. Hoewel mondelinge uitleg zeker kan helpen om context te bieden, werkt het vermijden van rijke teksten juist averechts. Leerlingen ontwikkelen dan niet de noodzakelijke vaardigheden om complexe informatie zelfstandig te begrijpen en te verwerken.
Daarom is het belangrijk om een breed scala aan rijke teksten aan te bieden. Denk niet alleen aan zakelijke teksten, maar ook aan literaire teksten die leerlingen uitdagen om na te denken over verschillende perspectieven en verbanden. Deze teksten bieden leerlingen de kans om nieuwe kennis te koppelen aan wat ze al weten. Dit verdiept hun begrip. Werk hiervoor samen met talensecties, de mediathecaris of een leesmediaconsulent van de Bibliotheek om geschikte fragmenten te vinden die aansluiten bij je lesdoelen en tegelijkertijd bijdragen aan een betekenisvolle leerervaring.
Zet in op principes van taalgericht vakonderwijs
Om rijke teksten toegankelijker te maken voor leerlingen, bieden de principes van taalgericht vakonderwijs uitkomst. Begin met het bieden van context en voorkennis. Gebruik bijvoorbeeld beelden, filmpjes, podcasts of interviewfragmenten om de inhoud van een tekst in een herkenbaar en betekenisvol kader te plaatsen. Lees daarnaast (delen van) de tekst hardop voor en geef toelichting bij complexe begrippen. Dit verlaagt de drempel voor leerlingen en helpt hen moeilijke woorden te begrijpen. Maak vaktaal zichtbaar en inzichtelijk door bijvoorbeeld samen met leerlingen een mindmap te maken waarin ze vakinhoudelijke begrippen uit de tekst verbinden met alledaagse taal. Hang deze mindmap op als geheugensteun. Tot slot is interactie cruciaal: laat leerlingen actief met elkaar in gesprek gaan over de gelezen teksten. Zo versterken ze niet alleen hun begrip, maar leren ze ook van elkaars inzichten en perspectieven.
Vaktaal en woordenschatdidactiek in beroepsgerichte en zaakvakken
Taalgebruik verschilt sterk per context, gesprekspartner en doel. In de schoolomgeving bewegen leerlingen zich tussen twee uitersten: de dagelijkse algemene taalvaardigheid (DAT), met gebruik van eenduidige, veelvoorkomende woorden, en de cognitief-academische taalvaardigheid (CAT), waarin complexe school- en vaktaal centraal staat. Deze vaktaal is vaak abstract en minder gemakkelijk uit de context af te leiden, wat extra cognitieve inspanning vereist.
Om vakkennis en tekstbegrip te vergroten, is het essentieel om deze vaktaal stap voor stap toegankelijker te maken. Herhaling en actieve toepassing helpen daarbij. Bied niet alleen rijke teksten aan waarin vaktaal een rol speelt, maar laat leerlingen ook opdrachten uitvoeren waarin ze die taal actief moeten gebruiken. Denk bijvoorbeeld aan het uitleggen van vakinhoudelijke begrippen aan een klasgenoot, het schrijven van korte tekstjes met specifieke vaktaal of het maken van presentaties. Door vaktaal herhaaldelijk in verschillende contexten te gebruiken, worden deze woorden steeds vertrouwder en uiteindelijk onderdeel van de woordenschat van de leerling.