Welke keuzes maak je als je de literaire ontwikkeling gaat toetsen?

Afstemming doelen, onderwijsactiviteiten en toetsing
Over het wel of niet toetsen van de literaire ontwikkeling bestaan verschillende opvattingen. Heeft het geven van cijfers voor bijvoorbeeld boekopdrachten een negatief effect op het leesplezier? Of stimuleren cijfers leerlingen juist om zich in te zetten voor het lezen en verwerken van boeken? En kun je wel cijfers geven voor de interpretatie van literatuur als die teksten vaak meerduidig zijn en daarom op verschillende manieren zijn te interpreteren? Uitspraken doen over de literaire ontwikkeling van leerlingen stelt je dus voor een aantal keuzes:
- Wat wil je met de toets in kaart brengen: de literaire ontwikkeling van de leerling of diens kennis van literatuur?
- Welke onderdelen van het literatuuronderwijs lenen zich goed voor summatieve en welke voor formatieve evaluatie?
- Hoe toets je de literaire ontwikkeling: welke keuzes in toetsvormen maak je en hoe beoordeel je die?
Ook bij het monitoren en evalueren van de literaire ontwikkeling bedenk je steeds hoe je de gestelde doelen, onderwijsactiviteiten en toetsing optimaal kunt afstemmen (constructieve afstemming). In de kerndoelen en de examenprogramma’s zijn doelen voor het literatuuronderwijs opgenomen. Met deze doelen weet je wat leerlingen moeten kennen en kunnen, bepaal je welke onderwijsactiviteiten ze daartoe moeten uitvoeren en stel je via monitoring en evaluatie vast of ze de doelen hebben bereikt.